Wethouders vallen niet onder de werkloosheidwet (WW). Werkloosheid van wethouders is geregeld in
Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Deze regeling is als volgt:
De hoogte van de uitkering bedraagt in het eerste jaar 80%, en de rest van de uitkeringsduur 70% van de laatstgenoten bezoldiging, vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering. De uitkering wordt aangepast aan de algemene salarisontwikkeling en inkomsten van de oud-wethouder. Neveninkomsten worden dus van de uitkering afgetrokken. De uitkeringsduur is afhankelijk van de duur van het wethouderschap, het loopbaanprincipe en de leeftijd van de oud-wethouder. In het onderstaande overzicht is de uitkeringsduur inzichtelijk gemaakt.
loopbaan | maximale uitkeringsduur |
---|---|
korter dan 3 maanden | 6 maanden |
3 maanden tot 2 jaar | 2 jaar |
langer dan 2 jaar | de duur van de loopbaan, maar maximaal 3 jaar en 2 maanden |
Vier oud-wethouders ontvingen in 2021 wachtgeld. Dat zijn er evenveel als in 2020. Onderstaand een overzicht van de uitgekeerde wachtgelden aan oud-wethouders:
bedragen x € 1.000
wethouder | bedrag |
---|---|
wethouder 1 | 23 |
wethouder 2 | 14 |
wethouder 3 | 23 |
wethouder 4 | 9 |
totaal | 69 |
Voor de wachtgeldverplichtingen houden wij een voorziening aan. Hierin storten wij jaarlijks een vast bedrag. Het wachtgeld betalen wij vervolgens uit deze voorziening. Per jaareinde kijken we of er nog genoeg geld in de voorziening zit om de toekomstige verplichtingen te betalen. Als er een tekort is vullen we dat direct aan, een eventueel overschot laten we vrijvallen. Zie voor het verloop in 2021 de toelichting op de voorziening wachtgeldverplichting .