Vlottende activa

Onder de vorderingen op openbare lichamen is ultimo 2021 een bedrag opgenomen van € 32,1 miljoen voor de declaratie bij de Belastingdienst op het BTW-compensatiefonds en btw  over 2021. Daarnaast is een bedrag opgenomen van € 3,5 miljoen als vordering op het Rijksvastgoedbedrijf voor verkochte gronden in Oosterwold. Deze gronden worden aangekocht van het Rijksvastgoedbedrijf en doorgeleverd aan derden. Periodiek wordt er afgerekend, dit zijn de laatste transacties van 2021.

Eind december heeft er een grote grondtransactie plaatsgevonden. Hierdoor kwam ons banksaldo boven de wettelijke norm van schatkistbankieren. Om deze reden moesten wij een bedrag van € 11,7 miljoen overmaken naar de bankrekening bij het Ministerie van Financiën. Dit bedrag blijft voor ons beschikbaar. Zie ook de toelichting onder het kopje schatkistbankieren.

De rekening-courant verhouding met het SVn  is verder toegelicht onder de Overige langlopende leningen. 

Onder de restcategorie overige vorderingen (€ 20,9 miljoen nominaal) zijn onder andere vorderingen inzake grondverkopen (€ 7,9 miljoen),  Wabo-leges (€ 2,0 miljoen) huurbaten en onderhoud schoolbesturen ( € 3,0 miljoen), verhuur sportaccommodaties (€ 0,8 miljoen) en Floriade Almere 2022 BV (€ 0,7 miljoen) opgenomen. Het inbare bedrag van de overige vorderingen is berekend door rekening te houden met het risico van (gedeeltelijke) terugbetaling van betwiste, reeds betaalde vorderingen alsmede met het risico van oninbaarheid.

De Wet verplicht schatkistbankieren schrijft voor dat de (liquide) middelen van decentrale overheden, gerekend over een heel kwartaal, onder een bepaald drempelbedrag moeten blijven. Als het drempelbedrag wordt overschreden, moeten de overtollige middelen worden aangehouden in de schatkist van het Rijk. In 2021 zijn we gedurende het hele jaar onder het drempelbedrag gebleven.

Het drempelbedrag voor het 1 ^e halfjaar is vastgesteld op 0,75% van het begrotingstotaal per 1 januari van het dienstjaar tot € 500 miljoen, plus 0,2% van het deel dat het begrotingstotaal van € 500 miljoen overschrijdt. Vanaf 1 juli 2021 is de berekeningswijze van het drempelbedrag gewijzigd.

Voor het 2 ^e halfjaar is het drempelbedrag vastgesteld op 2% van het begrotingstotaal per 1 januari van het dienstjaar tot € 500 miljoen, plus 0,2% van het deel dat het begrotingstotaal van € 500 miljoen overschrijdt. Voor de gemeente Almere komt dit neer op circa € 4,7 miljoen voor het 1 ^e halfjaar 2021 en circa € 11 miljoen voor het 2 ^e halfjaar 2021. Eind 2021 kwam het saldo boven het drempelbedrag. Hierdoor is er € 11,7 miljoen aangehouden in de schatkist van het Rijk (zie rekeningcourant verhouding met het Rijk).