Programmaverantwoording

Ruimte en wonen

bedragen x € 1 miljoen

begroot

werkelijk

resultaat

lasten

226,3

114,3

112,1

baten

225,9

119,1

-106,9

totaal voor reservemutaties

0,4

-4,8

5,2

stortingen

41,0

39,6

1,5

onttrekkingen

32,7

29,9

-2,8

totaal

8,8

4,9

3,9

Door een lagere taxatiewaarde hebben we € 0,9 miljoen moeten afboeken op het Alnovum

De verkoop van het Alnovum is definitief niet doorgegaan. We proberen het gebouw nu opnieuw te verkopen. Vanwege de verslaggevingsregels (BBV) hebben wij het gebouw opnieuw laten taxeren. Hieruit is gebleken dat de marktwaarde van het gebouw € 0,9 miljoen lager is dan waarvoor wij het in onze boekhouding hadden staan. We hebben de boekwaarde daardoor met € 0,9 miljoen naar beneden moeten bijstellen.

Door een uitspraak van de rechter kan de voorziening voor een juridisch risico van € 1,6 miljoen vrijvallen

In 2021 hebben wij het hoger beroep gewonnen tegen de vastgoedeigenaar van een supermarkt. Zij hadden een rechtszaak tegen ons aangespannen omdat zij van mening zijn dat zij omzetverlies hebben doordat een wijk minder snel is gegroeid dan oorspronkelijk gedacht. In eerste instantie zijn zij in het gelijk gesteld door de rechtbank. Door deze uitspraak hebben wij de tenderbijdrage van € 2,4 miljoen toen moeten terugbetalen. Daarnaast hebben wij een voorziening moeten treffen van € 1,6 miljoen voor een mogelijke schadevergoeding.  
Wij zijn tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan. In dit hoger beroep heeft de rechtbank de gemeente in het gelijk gesteld. Om deze reden valt de voorziening van € 1,6 miljoen vrij. Daarnaast moet de vastgoedeigenaar ook de tenderbijdrage van € 2,4 miljoen en rente aan ons overmaken. Deze terugbetalingsverplichting is verwerkt als een voordeel in het weerstandsvermogen van het grondbedrijf. Dit komt tot uiting in de winstafdracht over 2021 vanuit het grondbedrijf.

We hebben € 0,2 miljoen minder uitgegeven aan participatie

Bij de programmabegroting hadden we de verwachting dat de participatietrajecten zouden toenemen. Dit is uiteindelijk niet gebeurd. Tegelijkertijd moeten we meer kosten maken voor onderwerpen in het kader van  beleids- en beheerstukken die niet direct ten laste van projecten of grondexploitaties kunnen worden gebracht. Voorbeelden hiervan zijn de centrumontwikkeling in Stad, Haven en Buiten.

Er is een voordeel op de omgevingsvergunningen van totaal € 2,7 miljoen

Op de legesinkomsten omgevingsvergunningen is er een voordeel van € 0,6 miljoen. Er zijn eind 2020 nog een aantal (zeer) grote bouwaanvragen ontvangen, waarvan de leges in 2021 zijn gefactureerd. Daarnaast hebben we ook € 1,5 miljoen lagere uitvoeringskosten voor de omgevingsvergunningen. Dit komt vooral doordat het incidenteel beschikbare geld voor de vergunningverlening Floriade en Oosterwold niet allemaal nodig was (€ 1,2 miljoen). We hebben namelijk minder aanvragen ontvangen dan verwacht. En de aanvragen die we wel hebben ontvangen waren minder ingewikkeld dan verwacht. Tot slot houden we € 0,5 miljoen over op het budget voor de implementatie van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging. Hiervoor is incidenteel geld beschikbaar gesteld. De invoeringsdatum van deze wetten is al een aantal keer uitgesteld. Het kabinet heeft recent aangegeven dat de wetten op 1 januari 2023 in werking treden. Omdat de implementatie nog niet is afgerond hebben we het geld dat in 2021 over is gebleven in 2022 alsnog nodig.

De overige verschillen tellen op tot een nadeel van € 0,3 miljoen

Een toelichting op de afwijkingen per begrotingsactiviteit is opgenomen in de Totaalrekening .

Deze pagina is gebouwd op 06/19/2023 16:00:22 met de export van 11/18/2022 10:03:03