Zorg en welzijn

Maatschappelijke opvang en ondersteuning

Met dit bedrag betalen we hulpmiddelen voor inwoners die gebruik maken van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gaat bijvoorbeeld om scootmobielen, trapliften en woningaanpassingen. Dit kan op drie manieren:

  • Wij betalen een zorgaanbieder en zij verhuren hulpmiddelen aan de klant.
  • Wij kopen hulpmiddelen zelf in en geven deze aan de klant.
  • Wij geven klanten met een persoonsgebonden budget geld en dan mogen zij zelf een hulpmiddel kopen. Bijvoorbeeld als zij een ander merk traplift willen hebben dan dat wij bieden.

Voor de Wmo hulpmiddelen maken wij verschillende kosten. We maken loonkosten voor ongeveer 18,5 fte.

  • 4,5 fte werkt als Wmo consulent voor complexe dossiers. Zij beoordelen complexe aanvragen voor hulpmiddelen vanuit het stadhuis.  
  • 7 fte werkt als Wmo consulent voor standaard dossiers. Zij doen dit vanuit het Servicepunt.
  • 7 fte biedt ondersteuning aan de Wmo consulenten vanuit het Servicepunt.  

Daarnaast betalen wij zorgaanbieders voor het verstrekken van de hulpmiddelen. We regelen dit lokaal.

Wij ontvangen van klanten een eigen bijdrage van € 19 per maand als zij een Wmo beschikking (een besluit over welke zorg de klant nodig heeft) hebben. Dit noemen we het abonnementstarief. Deze inkomsten staan bij de activiteit Wmo ondersteuning.

bedragen x € 1 miljoen

omschrijving

begroot lasten

begroot baten

realisatie lasten

realisatie baten

resultaat

personeel

1,2

1,3

-0,1

inhuur

0,1

-0,1

subsidie

0,0

0,0

uitkeringen

5,9

4,4

0,1

1,6

inkoop

0,0

1,1

-1,0

subsidieontvangst

0,0

0,0

totaal

7,2

0,0

6,9

0,1

0,3

Er is voor € 0,2 miljoen meer personeel ingezet en ingehuurd voor de Wmo hulpmiddelen.

Dit leidt tot een nadeel van € 0,2 miljoen.

De kosten voor hulpvoorzieningen en vervoer zijn € 0,5 miljoen lager dan begroot.

Dit komt omdat er voor € 0,3 miljoen minder hulpvoorzieningen zijn afgegeven dan begroot. Het gaat vooral om rolstoelen, rollators, scootmobielen en woningaanpassingen. In de begroting gaan we uit van een groei van ongeveer 3% per jaar. Ook zijn de vervoerkosten € 0,2 miljoen lager. Een van de redenen is dat er minder dagbesteding is door corona. Hierdoor is er ook minder vervoer nodig.

We verwachten dat de begrote kosten voor hulpvoorzieningen structureel niet kunnen worden verlaagd.

Dit heeft een aantal redenen:

  • Het contract voor de hulpmiddelen is vanaf april 2021 duurder geworden. Voor de hogere kosten is eenmalig  € 0,3 miljoen extra budget beschikbaar gesteld in 2021. Vanaf 2022 moet er structureel € 0,3 miljoen worden bezuinigd.
  • Het duurdere contract is pas per april 2021 ingegaan. Dit betekent dat de kosten in de maanden januari tot en met maart nog op basis van het oude contract waren. Vanaf 2022 geldt het duurdere contract het hele jaar.
  • De vervoerskosten zijn € 0,2 miljoen lager in 2021, mede door corona. Deze kosten kunnen dus weer gaan toenemen.
Deze pagina is gebouwd op 06/19/2023 16:00:22 met de export van 11/18/2022 10:03:03