Dit is jeugdhulp waarbij de jeugdige nog thuis woont. Het is dus voor een groot deel lichtere zorg dan de jeugdhulp met verblijf waar de jeugdige uit huis is geplaatst. Om deze jeugdhulp te krijgen moet een jeugdige zijn doorverwezen naar een jeugdhulp aanbieder. Kenmerkend voor de Jeugdwet is dat behalve de gemeente ook huisartsen, medisch specialisten, de jeugdbescherming en – in voorkomende gevallen – rechters toestemming hebben om jeugdhulp in te zetten. Op basis van een verwijzing geeft de gemeente toestemming aan een jeugdhulp aanbieder om de jeugdhulp te starten. De ouders van de jeugdige ontvangen een beschikking waarin het besluit staat dat jeugdhulp mag worden gestart. Het merendeel (ongeveer 95%) van de jeugdhulp zonder verblijf met beschikking wordt gegeven door een ongeveer veertig jeugdhulp aanbieders waar de gemeente Almere een contract mee heeft. De verschillende vormen van jeugdhulp die worden gegeven zijn onder andere:
Jeugdhulp zonder verblijf met beschikking is een open einde regeling. Dit betekent dat wij iedereen moeten helpen die een aanvraag doet en aan de voorwaarden voldoet. We hebben met de zorgaanbieders contracten afgesloten waarbij voor de verschillende jeugdhulp producten vaste tarieven zijn vastgesteld (P*Q). In juni 2021 heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een arbitragezaak gewonnen waarin zij vinden dat gemeenten structureel meer geld van het Rijk moeten ontvangen voor de jeugdhulp. Hier is het Rijk nu aan het kijken. De kans bestaat dus dat een deel van onze tekorten op de jeugdhulp worden opgelost door extra bijdragen van het Rijk. |
---|
bedragen x € 1 miljoen
omschrijving | begroot lasten | begroot baten | realisatie lasten | realisatie baten | resultaat |
---|---|---|---|---|---|
uitkeringen | 42,5 | 39,7 | 2,9 | ||
inkoop | 0,0 | 0,7 | -0,7 | ||
totaal | 42,5 | 0,0 | 40,3 | 0,0 | 2,2 |
De kostengroei in 2021 is 15%, we verwachten € 2,2 miljoen over te houden
Bij de tweede kwartaalrapportage hebben we het budget voor 2021 verhoogd naar € 42,5 miljoen. We gingen toen uit van een kostenstijging in 2021 van 24% ten opzichte van 2020. De declaraties tot en met april lagen namelijk 24% hoger dan in 2020. Bij de derde kwartaalrapportage zagen we in mei en juni een lichte daling van de kostenstijging naar circa 20%. Omdat er nog veel onzeker was hebben we het budget toen niet verlaagd. In de tweede helft van het jaar zien we nu een kostenstijging van circa 7%. Hierdoor hebben we € 2,2 miljoen overgehouden. Dit is lijn met de prognose van € 2,5 miljoen bij de 4e kwartaalrapportage
De kosten over 2021 zijn nog niet definitief.
De jeugdhulpaanbieders moeten in april de productieverantwoordingen aanleveren over 2021. In deze verantwoordingen staat wat de werkelijke kosten zijn over 2021. Hierop zullen we dus nog een correctie doen in de definitieve jaarrekening.
De grootste aanbieder heeft tevens aangegeven achter te lopen met declaraties. Voor deze aanbieder hebben we het bedrag voor nagekomen declaraties verhoogd. We weten niet hoe groot de achterstand is.