Leningenportefeuille
Op 1 januari 2021 hadden we een voor € 390 miljoen aan langlopende leningen (vaste schulden). Doordat er leningen aflopen of doordat we nieuwe investeringen doen moeten we regelmatig nieuwe leningen aantrekken. In 2021 hebben wij geen nieuwe leningen aangetrokken. We hebben wel leningen afgelost. Per 1 januari 2022 hebben wij daardoor nog € 360 miljoen aan vaste schulden.
Treasury beleid
Gemeenten mogen niet speculeren met rente. Dit staat in de wet Financiering decentrale overheden (FIDO). We willen als gemeente natuurlijk zo weinig mogelijk rente betalen, maar ook geen onnodige risico's lopen. Leningen met een korte looptijd zijn gemiddeld 1 procentpunt goedkoper dan leningen met een lange looptijd. Maar de rente van leningen met een korte looptijd kan ook snel stijgen. Daarom schrijft de wet voor dat gemeenten een mix moeten hebben van kortlopende en langlopende leningen. Hiervoor staan 2 normen in de wet:
- de kasgeldlimiet;
- de renterisiconorm.
We hebben de kasgeldlimiet van € 84 miljoen in 2021 niet overschreden
Dit kasgeldlimiet houdt in dat de gemeente maximaal 8,5% van het begrotingstotaal met kortlopende leningen en schulden mag financieren. Dit komt neer op een kasgeldlimiet in 2021 van circa € 84 miljoen. We mogen deze limiet maximaal 2 kwartalen op rij overschrijden. Als we ook daarna boven deze grens zitten, moeten we onze toezichthouder informeren. Dat is het college van gedeputeerde staten van Flevoland. In 2021 zijn we binnen de kasgeldlimiet gebleven.
bedragen x € 1 miljoen | ||||
---|---|---|---|---|
ruimte onder c.q overschrijding van de kasgeldlimiet | 1e kw | 2e kw | 3e kw | 4e kw |
ruimte (+) / Overschrijding (-) | 13.594 | 9.587 | 71.399 | 52.464 |
We zijn in 2021 binnen de renterisiconorm gebleven
Deze norm houdt in dat het totaal aan verplichte aflossingen en renteherziening in een jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal mag zijn. Anders loopt de gemeente het risico dat de rentekosten sterk toenemen, als ook de rente sterk stijgt. Bij het afsluiten van nieuwe langlopende leningen houden we daar dus rekening mee. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat die niet allemaal in hetzelfde jaar afgelost moeten worden. Wanneer we toch meer langlopende leningen moeten aantrekken dan verwacht, en we daardoor niet binnen de norm blijven, overleggen we vooraf met de provincie. In 2021 zijn we ruim onder de renterisiconorm gebleven.
We baseren onze renteverwachting op de verwachting van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Om de treasuryfunctie goed uit te kunnen oefenen is het belangrijk om een zo goed mogelijke inschatting van de renteontwikkelingen te maken. Dat is niet gemakkelijk. Of de rente gaat stijgen of dalen hangt van veel factoren af. Bijvoorbeeld van de economische groei, het begrotingssaldo van het Rijk, de inflatie, het consumentenvertrouwen, de politieke spanningen in de wereld en de rentevisie van grote banken.
Op dit moment steekt de Europese Centrale Bank (ECB) nog steeds veel geld in de economie. Hiermee willen ze de tegenvallende voorspellingen voor economische groei en inflatie tegen te gaan. Dit drukte de rente naar een heel laag niveau, en was deze soms zelfs negatief. De ECB heeft de herfinancieringsrente in 2021 ongewijzigd gelaten en bedroeg 0,00% (net als in 2020). De rente die de ECB betaalde aan banken die geld bij hun aanhouden was zelfs negatief (-0,50%). De ECB zit met een lastig dilemma. Enerzijds willen ze de inflatie afremmen (door hoge rente), anderzijds willen ze de economie juist stimuleren (met lage rente).
De rente voor kortlopende leningen is in 2021 stabiel gebleven op circa -0,50%. De verwachting is dat de ECB de herfinancieringsrente in 2022 zal verhogen om de sterk oplopende inflatie tegen te gaan. Het gevolg zal zijn dat de rente voor kortlopende leningen ook zal stijgen naar 0,50% tot 1,00%. De rente voor vaste geldleningen met een looptijd van 10 jaar is in 2021 gestegen van -0,15% naar 0,60%. We verwachten dat deze rente zich in 2022 tussen de 0,50% en 2,00 % zal bewegen.